Startende zzp’er op markt krijgt coach

Startende zzp’ers die als marktkooplui werken, krijgen binnenkort begeleiding bij het opzetten van hun zaak. Gepensioneerde ondernemers en adviseurs van de Kamer van Koophandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH) gaan 150 tot 200 starters per jaar coachen.

Het ministerie van Economische Zaken trekt hier 1,1 miljoen euro subsidie voor uit. Doel is om vers ondernemersbloed te behouden voor de vergrijzende markt. Aan starters geen gebrek, jaarlijks beginnen meer dan vijftienhonderd marktkooplieden. Maar binnen anderhalf jaar gooit een groot deel van hen het bijltje er weer bij neer. Ze beginnen met de verkeerde handel (bijvoorbeeld textiel of goedkope kleding), maken geen bedrijfsplan of missen kennis van administratie of verkoop.

Branchevereniging CVAH wil dergelijke beginnersfouten voorkomen. Ook gaat CVAH helpen bij het krijgen van financiering. “We willen ook meer kleur achter de marktkraam. Allochtonen bezoeken de markt trouw, maar je ziet nog heel weinig allochtone ondernemers. Wij denken dat dat komt doordat ze de weg niet kennen of het startkapitaal niet bij elkaar krijgen”, aldus CVAH-voorzitter Henk Achterhuis. In november gaat de website werkenopdemarkt.nl in de lucht.

Uit cijfers van marktonderzoeker GfK blijkt dat het aantal klanten van de weekmarkt afkalft. De markt wordt nog op de been gehouden door 65-plussers. Zowel CVAH als gemeenten maken zich daar zorgen over. Ze willen de markt moderniseren, bijvoorbeeld door de openingstijden te verleggen naar de middag en vroege avond, zodat werkenden er terecht kunnen. Ook moet het aanbod beter afgestemd worden op de bewoners van een wijk. Achterhuis: “Dat doen we voor het eerst in de Amsterdamse nieuwbouwwijk IJburg, waar vooral tweeverdieners wonen. Hen hebben we gevraagd wat voor markt ze willen. In het voorjaar start de markt daar op zaterdag met alleen verse, biologische en kant-en-klaarproducten.”

65-PLUSSER HOUDT MARKT OP DE BEEN

Steeds minder mensen kopen op de markt. Kwam in 2001 nog 55 procent van de Nederlanders op de markt, nu is dat 47 procent. Dat blijkt uit cijfers van marktonderzoeksbureau GfK. De marktklanten komen ook minder vaak. Niet zeventien keer (2001), maar gemiddeld dertien keer per jaar.

Het zijn steeds meer de gepensioneerden die de markt op de been houden. Inmiddels wordt bijna de helft (45 procent) van alle voedingswaren op de markt gekocht door 65-plussers. Dat is een bedreiging, maar heeft ook een voordeel. Door de vergrijzing stijgt de groep gepensioneerden snel.

Tweeverdieners en jonge ‘singles’ komen nauwelijks nog op de markt, in elk geval niet voor etenswaar. Maar ook de huishoudens met kinderen laten het steeds meer afweten. In 2007 waren ze nog goed voor 35 procent van de omzet, twee jaar later is dat al gezakt naar 32 procent.

Jaarlijks zetten alle marktkooplui samen ruim drie miljard euro om.

 

boekhouder amsterdam