Indien uw aangifte Inkomstenbelasting leidt tot een te betalen bedrag, bent u daar heffingsrente over verschuldigd. Deze wordt normaliter berekend tot de datum waarop de aanslag wordt opgelegd. Hierdoor wordt u bij een trage afhandeling van uw aangifte meer heffingsrente verschuldigd. De Hoge Raad heeft hier nu grenzen aan gesteld.
Hoge Raad
Uit de parlementaire behandeling blijkt dat het beleid van de Belastingdienst erop is gericht om binnen drie maanden na indiening van de aangifte Inkomstenbelasting een (voorlopige) aanslag op te leggen. Indien een inspecteur heffingsrente berekent buiten deze termijn, handelt hij in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Dit is slechts anders als de overschrijding van de termijn van drie maanden niet aan de Belastingdienst is te wijten.
De heffingsrente wordt derhalve berekend tot maximaal drie maanden na indiening van uw aangifte. Dient u bijvoorbeeld op 1 mei 2010 uw aangifte Inkomstenbelasting in over 2009, dan mag de Belastingdienst tot uiterlijk 1 augustus 2010 heffingsrente berekenen, tenzij de overschrijding niet aan de belastingdienst te wijten is.