Een 54 jarige ZZP’er uit Wanneperveen is veroordeeld tot een werkstraf van 220 uur omdat hij een bedrijf was gestart met behoud van uitkering. De man had de regeling van het UWV niet goed begrepen en keurig alle daadwerkelijke gefactureerde uren bij klanten aan het UWV gemeld zodat deze van zijn uitkering konden worden afgetrokken.
Daarbij had de ondernemer niet de overige uren gemeld die hij nodig was voor het voeren van zijn bedrijf. Wel had de ondernemer deze uren opgegeven bij de Belastingdienst zodat de man recht had op zelfstandigenaftrek. De vergelijking van het urenaantal tussen het UWV en de Belastingdienst leverde een verschil op, wat uiteindelijk leidde tot de veroordeling.
De verdachte man heeft bij de rechtbank geprobeerd duidelijk te maken dat hij ter goeder trouw handelde en de regeling van het UWV niet goed had begrepen. De rechtbank was daar ongevoelig voor en veroordeelde de man tot een voorwaardelijke werkstraf van 220 uur en het terugbetalen van het teveel aan ontvangen uitkering.